Toepassingen van de bench
De pup
De meest gebruikte toepassing is die voor de pup. De bench biedt hem een allereerst een veilige plaats. Heb je kinderen, dan is een bench voor een kind heel duidelijk: als de hond in de bench ligt, dan mag je hem niet aaien. Komen er andere kinderen spelen, dan heeft de hond rust en voorkom je dat kinderen in een onbewaakt ogenblik in de hondenmand gaan liggen. De hond leert meteen dat hij zich niet overal in hoeft te mengen, maar dat hij rustig kan blijven liggen. Doordat de bench een open draadconstructie heeft, ziet en hoort de hond alles, waardoor hij nog steeds het gevoel heeft 'erbij te horen'. Een bench biedt de pup ook structuur. Krijgt de pup slaap en dreigt hij op de vloer in slaap te vallen? Pak hem dan voorzichtig op en leg hem in de bench. Zo leert hij dat de bench een veilige plek is, waar hij rust en duidelijkheid vindt. Bovendien kun je de pup gemakkelijk en snel zindelijk maken met behulp van de bench. Wanneer hij namelijk heeft geslapen, weet je meteen dat hij moet plassen. Je kunt hem dus direct vanuit de bench naar buiten laten, waar je het succes van een plasje meteen met hem kunt vieren. Tenslotte kun je de bench gebruiken om bepaald gedrag direct vanaf het begin goed aan te leren, zodat je hem later geen gedrag hoeft af te leren (denk bijvoorbeeld aan het kapot bijten van schoenen en meubels, het bijten in broekspijpen en het onstuimig tegen bezoek opspringen).De angstige / onzekere hond
Krijg je een hond die al een 'historie' heeft en vertoont de hond angstig of onzeker gedrag? Dan kan de bench je hond helpen bij het vinden van een stuk zelfvertrouwen en zekerheid. De bench biedt je hond de gelegenheid om lekker 'weg te kruipen', zonder dat de hond echt hoeft te 'vluchten'. Daarnaast heeft een onzekere hond veelal de neiging om overal achter zijn baas aan te lopen in huis. De meeste bazen vinden dit helaas ook wel leuk. 'Hij is zo gek op mij, hij volgt me overal!' zeggen ze dan. Wat ze zich dan onvoldoende realiseren is dat zij de hond daarmee geen plezier doen. Je maakt de hond daarmee namelijk alleen maar meer van je afhankelijk. Want wat gebeurt er als je weggaat? Dan wil hij natuurlijk ook bij je zijn. En zo ontwikkelt menig baas een vorm van verlatingsangst bij zijn hond. Beter is het je hond te leren dat de bench een veilige en prettige plek is. Hij leert dan tegelijkertijd dat hij je niet overal achterna kan lopen, maar hij ziet en hoort je wel. Hij gaat zich dan geleidelijk aan meer ontspannen, omdat hij ontdekt dat zijn wereld niet vergaat als hij niet bij je kan zijn. Kortom: hij wordt zelfstandiger. En wie wil dit nu niet: een evenwichtige hond met zelfvertrouwen!De senior hond
Wanneer je hond ouder wordt, kan dit gepaard gaan met een verminderde werking van zijn zintuigen. Hij gaat misschien minder goed zien of horen, sommige oudere honden worden zelfs volledig blind of doof. Mogelijk kan hij zijn plas minder goed ophouden. Of vertoont hij tekenen van dementie en lijkt het af en toe of hij niet weet waar hij is. Dit soort 'ongemakken' zorgen er soms voor dat de hond wat onzeker gedrag ontwikkelt. Hij loopt ergens tegenaan, kan dingen niet meer zo goed vinden, wordt soms door zijn baas bestraft omdat hij binnen heeft geplast, enz. De bench kan ervoor zorgen dat de oudere hond even wat extra het gevoel van een eigen, vertrouwde plek heeft.Bij probleemgedrag
Wanneer een hond bepaald probleemgedrag vertoont, kun je de bench inzetten als tijdelijk middel om dit gedrag om te buigen naar ander, gewenst gedrag. Doe dit altijd samen met een deskundige en ga vooral je hond niet meteen in een bench opsluiten, zonder de juiste trainingsmethode. Dan maak je meer kapot dan je opbouwt en dat kan niet de bedoeling zijn.Benchtraining
Of je hond nu jong of volwassen is, of je de bench wilt gebruiken voor opvoeding of voor heropvoeding, je zult de bench op een goede manier moeten introduceren bij je hond. Pas wanneer je dat goed doet, kun je maximaal profiteren van de voordelen van de bench.Stap 1: plaatsing
zet de bench neer op de juiste plaats. De juiste plaats is een plek waar de hond deel uitmaakt van het gezinsleven (een garage of gang is dus geen geschikte plaats voor een bench!). De bench hoort altijd met een kant tegen een muur te staan, dus nooit vrij in een ruimte. Het is aan te bevelen een bench te kiezen met twee deurtjes: een deurtje in de lange zijde en een deurtje in de korte zijde. Zo ben je het meest flexibel in het plaatsen van de bench.Stap 2: maatvoering
Kies de juiste maat voor je hond. Heb je een pup, kijk dan of je van iemand een kleine bench kunt lenen en koop later een grotere bench. Heb je de bench toch al 'op de groei' gekocht, maak de bench dan eerst kunstmatig kleiner. Zet er bijvoorbeeld een verhuisdoos in of gebruik een benchverdeler, zodat de pup in het voorste gedeelte voldoende plaats heeft om te liggen. Maak in een bench NOOIT een plaats waar hij kan plassen, want plassen moet hij leren buiten te doen! Er zijn wel richtlijnen over de juiste maatvoering. De hond moet in de bench kunnen staan, zich om kunnen draaien en er met een rechte rug in kunnen liggen. Voor de juiste lengte, kun je de hond opmeten van het puntje van zijn neus tot het puntje van zijn staart en daar ongeveer 15 tot 20 cm bij optellen. Dat zou de minimale lengte van de bench moeten zijn. Datzelfde doe je met de hoogte: meet hem op van de bovenkant van zijn kop tot de vloer en tel daar eveneens 15 tot 20 cm bij op. Voor de breedte van de bench moet je rekening houden met minimaal driekwart van de hoogte van de hond.Stap 3: inrichting
Bij de pup en de oudere hond is het aan te bevelen een vetbed te gebruiken als onderlaag. Een vetbed absorbeert vocht en zorgt ervoor dat de hond minimaal ongemak heeft wanneer hij in de bench een 'ongelukje' heeft. Heb je eerst altijd alleen een hondenkussen gebruikt en je wilt de bench gaan gebruiken? Kijk dan of je zijn kussen of mand in de bench kunt leggen. Hij herkent dan meteen zijn luchtjes en zijn bekende plek, waardoor hij zich sneller thuis zal voelen in de bench. Hang geen drinkbak en andere attributen in de bench, zodat hij zich nergens aan kan stoten. En last but not least: laat de deurtjes in beginsel altijd open! De hond moet eerst leren om zelf naar de bench te gaan en daar te gaan liggen, voordat je de deurtjes kunt gaan sluiten.Stap 4: training
- Zet beide deurtjes van de bench open en spreek met andere gezinsleden af dat je de komende tijd de hond alleen aait als hij in de bench is. Ga rustig op de grond naast de bench zitten. Loopt je hond de bench in? Aai en knuffel er vrolijk op los. Loopt hij weg? Dan sta je op en ga je ook weg. Maar dan geef je hem ook even geen aandacht meer. Zo leert hij dat de bench een plek is waar aandacht volop aanwezig is.
- Geef hem de eerste weken zijn eten in de bench. Geef hem 's ochtends en 's avonds zijn eten in de bench. Zet de voerbak in de bench en loop zonder iets te zeggen weg. Na ongeveer een half uur haal je de bak weer weg. Dit herhaal je, totdat de hond de koppeling heeft gemaakt tussen eten (primaire beloning) en de bench. Dit kun je bijvoorbeeld ook doen als je de bench in je auto wilt gaan gebruiken. Geef hem gewoon een paar keer zijn eten in de bench in de auto en ga daarna weer naar binnen.
- Leer de hond spelenderwijs het commando 'plaats' aan. Gebruik hiervoor zijn brokjes of wat lekkers. Loop met een brokje in je hand naar de bench en houd het voor een van de deurtjes. Terwijl hij de bench in loopt, zeg je rustig 'plaats'. Staat hij eenmaal in de bench, dan geef je hem het brokje. Daarna mag hij er gewoon weer uitlopen. Deze oefening herhaal je zo'n drie tot vier keer achter elkaar. Oefen niet te lang achter elkaar, maar op verschillende momenten. Houd het kort, want je hond kan zich maximaal twee minuten achter elkaar goed concentreren.
- Als je hond het woordje 'plaats' heeft gekoppeld aan de bench, kun je een stapje verder gaan in je training. Je wilt namelijk niet altijd zelf meelopen naar de bench, maar je wilt hem vanaf de bank naar de bench kunnen sturen. Je gaat dus nu de afstand opbouwen. Je pakt weer het brokje in je hand en loopt in de richting van de bench. In plaats van helemaal mee te lopen naar de bench, stop je vlak voor de bench en zeg je het woordje 'plaats'. Loopt je hond door naar de bench, beloon hem dan uitbundig en geef hem het brokje. Doet hij dat niet, dan heb je fase 3 onvoldoende doorlopen en moet je een stapje terug. Pas wanneer de hond weet dat de bench 'plaats' heet, kun je verder met deze stap 4. Nu ga je langzaam de afstand vergroten. Je loopt dus steeds minder ver mee naar de bench en stuurt hem steeds verder vooruit. Je komt dan vanzelf op een punt dat je hem vanaf de bank naar de bench kunt sturen.
- Als hij eenmaal begrijpt dat het woordje 'plaats' betekent dat hij naar de bench moet gaan, ga je hem leren dat hij daar ook moet gaan liggen. Je gaat weer even 'terug naar af' en loopt weer helemaal mee naar de bench (zoals in stap 3). Als hij in de bench staat, geef je hem het commando 'af' (of een ander commando dat je hem hebt aangeleerd voor het liggen) en 'blijf'. Tel nu tot vijf. Blijft hij liggen? Beloon hem met het brokje. Daarna mag hij er weer uitlopen als hij dat wil. Nu ga je de tijd opbouwen. Van vijf naar tien tellen, naar een halve minuut en een minuut. Begrijpt hij dat hij in de bench moet gaan liggen en daar moet blijven liggen? Dan ga je de afstand weer opbouwen (zoals in stap 4). Je loopt mee naar de bench, stopt vlakbij de bench en geeft het commando 'plaats'. Als je het goed hebt gedaan, loopt hij door naar de bench en gaat hij daar liggen. Het woordje 'plaats' betekent nu niet alleen 'ga naar de bench', maar ook 'ga in de bench liggen'). Gaat hij niet uit zichzelf liggen, geef hem dan het commando daarvoor.
- Nu je hond op het commando 'plaats' naar de bench gaat en daar gaat liggen, kun je beginnen met het dichtdoen van een deurtje. Ook met het oefenen van het dichtdoen van het deurtje begin je met vijf tellen, waarna je de tijd langzaam verder opbouwt. Je zult in de praktijk merken dat het de hond helemaal niet uitmaakt of het deurtje open of dicht is, want je hebt hem eerder al geleerd op commando in de bench te gaan liggen. Sta er dus niet van versteld als je hond niet uit de bench komt wanneer je het deurtje openmaakt.
Neem de tijd om de bench voor je hond een aantrekkelijke, veilige plek te maken. Je zult er veel profijt van hebben. Stuur je hond nooit met stemverheffing 'voor straf' naar de bench, want dan doe je alles wat je zorgvuldig hebt opgebouwd weer teniet. Je mag je pup best even naar zijn bench sturen als hij bijvoorbeeld aan de tafelpoot knaagt, maar dat doe je dan alleen om het gedrag te doorbreken en om zo min mogelijk aandacht te geven aan de hond voor zijn ongewenste gedrag. In de bench moet de hond altijd een gevoel van veiligheid en rust hebben, doorbreek deze regel nooit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten